Herman; 16 november

Zomaar een maandagochtend in november

"Maandagmorgen tikt tegen het raam. En voor hen die er vroeg uitmoeten een klassiek nummer van de mooiste cd die ik in tijden heb gehoord. Luister maar." Langzaam kwamen door de boxen de klanken van het orkest het kleine kamertje binnen. Eerst de violen met hun melodisch meebewegende dames in zwarte pakjes die hun borsten lieten verdwijnen naar plaatsen waar ze anatomisch niet hoorden. Dan een heer met een klarinet en een dwarsfluit aangeblazen door een met rode stof versierde mond. Nadat iedereen en als laatste de paukenist met instrumenten tussen de 4 muren was verdwenen kwam de dirigent binnen die, naar gezag zoekend, op het bed ging staan daarbij zijn hoofd stotend aan het schuin aflopende plafond. Al wrijvend probeerde hij de pijn te blussen. Om herhaling te voorkomen geleidde een hand het bovenlichaam naar de dekens waar het tot stilstand kwam. Een deel van het zwarte schoeisel porde daarbij hardvoetig in de zij van Daniëlle. Ze moest nu wel wakker worden. Bovendien was het ook tijd, want de wekker trompetterde het uit.

Met een handbeweging werd het lawaai gedoofd. Routinematig volgde daarop de handelingen. Even blijven liggen en uitrekken, erover nadenken om de tijd te negeren en uiteindelijk de dekens met een ferme gedecideerde zwaai van het lichaam gooien. Shitterdeshitshit wat was het koud. Snel weer de dekens terug over het lichaam. En zoals altijd won de ratio het van het gevoel en stak hij zich snel in de kleren na zijn gezicht te hebben nat- en drooggemaakt. Alle anderen waren vrij of hadden pas 's middags college en daarom was hij alleen toen hij zijn pap, er was geen brood, dit was hij vergeten van thuis mee te nemen, met tegenzin naar binnen werkte. Om het leven wat aangenamer te maken strooide hij nog wat hagelvlokken over de inmiddels dik geklonterde brij. Een foto van deze vertoning zo in de Sum onder het hoofdstuk 'Koken voor alleenstaanden' niet misstaan.

Omdat de boiler zoals gewoonlijk op maandagochtend niet aanstond, gaf de warme kraan koud water. Het was genoeg om zijn bord van de papaanslagen te ontdoen. Daarna zocht hij snel papier pen en agenda bij elkaar om vervolgens de trap af te stuiven. Vrolijk, want zo slecht verwachte hij de dag niet keek hij naar buiten door de net geopende buitendeur. Daarna liep hij de buitenlucht in, de nieuwe dag tegemoet.